VVS Klein-Brabant is een afdeling van de Vereniging voor Sterrenkunde met als thuisbasis Bornem (Wintam).

U bent hier

Claude Doom en botsende sterrenstelsels

Woensdag 11 maart was Claude Doom, jarenlang ondervoorzitter van de VVS, onze gastspreker.

Hij begon zijn uiteenzetting met ons Melkwegstelsel van nabij te bekijken: miljoenen sterren en grote donkere gaswolken; het is een balkspiraalstelsel met een aantal spiraalarmen. Van opzij bekeken is het een platte schijf met middenin een bult met een centraal zwart gat.
Vervolgens toonde hij andere spiraalstelsels en kwam zo bij de Hubble classificatie die eigenlijk een classificatie is voor wat betreft de vorm van de spiraalstelsels. Het patroon van de sterrenstelsels blijft  immers stabiel.
Het was Hubble die ook de afstand tot de sterrenstelsels bepaalde aan de hand van de door hem ontdekte Cepheïden in M31 en M33.
Veel sterrenstelsels staan in clusters, waardoor er, bij stelsels die vrij dicht bij mekaar staan, een interactie ontstaat: er wordt aan mekaar getrokken. Tussen beide stelsels ontstaat een brug en aan de andere zijde ontstaat een lange staart. Als voorbeelden toonde hij NGC 4676, NGC 3314 en NGC 2207 samen met IC 2163. Er is dus een soort van getijdenwerking of zwaartekracht tussen nabije spiraalstelsels.
Zo is er ook een brug tussen LMC en SMC en ook tussen LMC en onze eigen Melkweg.
Ter staving toonde hij een aantal simulaties van interacties.
Wat gebeurt er zoal als 2 sterrenstelsels botsen:
- de twee of meer zwermen gaan door elkaar,
- de sterren botsen niet, daarvoor zijn ze te klein,
- het globale zwaartekrachtsveld bepaalt het verloop van de botsing,
- de moleculaire wolken botsen wel en worden samengedrukt, waardoor nieuwe blauwe sterren ontstaan.
Met een aantal voorbeelden en simulaties toonde hij het ontstaan van bruggen en staarten en het uiteindelijk samensmelten van de sterrenstelsels.
Wanneer er een botsing is tussen een groot sterrenstelsel en een klein, wordt het kleine sterrenstelsel, na verloop van tijd, opgeslorpt en ontstaat er een grotere spiraalstructuur.
Wanneer er een botsing is tussen grote sterrenstelsels, smelten zij samen tot één, waarbij er intense stervorming ontstaat en er een elliptisch sterrenstelsel ontstaat met in het centrum een zwart gat.
Zo toonde hij een aantal stelsels (M51, Arp295, Antennae, Muizen, Karrewiel) en trachtte hij aan de hand van simulaties een verklaring te vinden voor hun huidige vorm. De simulaties kwamen wonderwel overeen met de huidige vorm van de botsende sterrenstelsels.
Tot slot vertelde hij dat men het simulatie-programma  zelf kan aankopen (het draait op een gewone PC of laptop) en dat er ontelbare mogelijkheden zijn om zelf simulaties te maken aan de hand van een hele boel parameters.

Reageer