Binnen de werkgroep komenten worden gegevens van waarnemingen verzameld van relatief heldere kometen, met andere woorden kometen die zichtbaar zijn in een amateurtelescoop.

U bent hier

Komeet PANSTARRS aan de horizon

 

De afgelopen jaren zijn behoorlijk magertjes geweest wat betreft heldere komeetverschijningen. Althans hier op het noordelijk halfrond, want onze zuiderburen hadden blijkbaar meer geluk: in 2007 was er de memorabele passage van komeet McNaught (C/2006 P1) en in 2011 zorgde komeet Lovejoy (C/2011 W3) voor een onvergetelijk schouwspel. Momenteel is zelfs komeet Lemmon (C/2012 F6), die onverwacht helder is geworden, er met het blote oog zichtbaar. Wij, op onze noordelijke breedte, konden enkel maar met verwondering en bewondering kijken naar de prachtige beelden die de wereld rondgingen, maar het ziet er naar uit dat er eindelijk verandering op komst is, en dat we nog eens met eigen ogen een echt heldere komeet zullen kunnen aanschouwen: als de voorspellingen bewaarheid worden, belooft 2013 een jaar te worden om komeetgewijs duimen en vingers van af te likken. Niet alleen is er de nakende verschijning van komeet PANSTARRS (C/2011 L4) in maart, het echte spektakel wordt in het najaar verwacht wanneer komeet ISON (C/2012 S1) de binnenste delen van het zonnestelsel bereikt, tenminste indien de komeet haar periheliumdoorgang overleeft. Optimistische speculaties maken gewag van een maximale helderheid van een duizelingwekkende -10 tot zelfs -13, wat betekent dat als deze correct blijken te zijn, de komeet in volle daglicht zou kunnen worden waargenomen en meteen tot de helderste exemplaren uit de geschiedenis zou behoren. Diezelfde geschiedenis leert ook dat, zoals verder in dit artikel zal blijken, enige voorzichtigheid aangewezen is wat betreft voorspellingen van de helderheid van kometen, maar noteer 28 november en volgende dagen toch alvast in je agenda voor een misschien historische afspraak: deze keer zitten waarnemers op het noordelijk halfrond deze keer wel op de eerste rij.

Bij wijze van generale repetitie krijgen we echter deze maand reeds een andere zeer interessante komeet voorgeschoteld, C/2011 L4 PANSTARRS. Deze komeet werd reeds bijna 2 jaar geleden ontdekt (op 6 juni 2011) met de 1.8m Pan-STARSS telescoop op het Hawaiiaanse eiland Maui, en de aanvankelijk voorspelde piekhelderheid bedroeg circa magnitude -1. Weliswaar verre van zo overweldigend als komeet ISON maar hierdoor toch een van de helderste kometen van de afgelopen jaren hier op het noordelijk halfrond. We moeten eigenlijk al terug gaan naar de legendarische jaren 1996 en 1997 (Hyakutake en Hale-Bopp) om een komeet te vinden die een grotere schijnbare helderheid bereikte. Baanelementen en een concrete efemeride voor deze komeet zijn te vinden in de Hemelkalender 2013. De komeet gaat door het perihelium op 10 maart en zal de zon naderen tot op 0,3 AE (45 miljoen kilometer). Rond die tijd zal ze aan de westelijke horizon zichtbaar worden vlak nadat ze haar maximale helderheid bereikt. Omdat de angulaire afstand tot de zon echter klein is, slechts 15 graden op het moment van perihelium, zal de komeet aanvankelijk zeer laag in de avondschemering staan, wat de visuele zichtbaarheid natuurlijk niet ten goede komt. Hoewel de komeet in de weken daarna een noordelijke koers volgt en dus steeds hoger boven de horizon klimt, daalt de schijnbare helderheid – begin mei zou de magnitude al afgenomen zijn tot circa m6 – en blijft het ook langer klaar. De grote vraag is dus wat de combinatie van de relatief grote initiële helderheid en de lage schemeringsstand van de komeet, zal opleveren wat betreft visuele zichtbaarheid. Of de komeet met het blote oog in de schemering zichtbaar zal zijn en in welke mate visueel staartvorming zal te zien zijn, is sterk afhankelijk van de hoeveelheid stof die zal worden vrijgemaakt bij de dichtste nadering tot de zon. De meningen hierover verschillen, zelfs bij ervaren komeetwaarnemers: volgens Gary Kronk zal het een uitdaging zijn om de komeet zonder hulpmiddel te spotten in de schemering, terwijl Alan Hale denkt dat ze relatief gemakkelijk zou te vinden moeten zijn. Anderzijds vertonen dynamisch nieuwe kometen (dit zijn kometen die voor de eerste maal vanuit de Oortwolk de zon naderen) nogal eens de neiging om op grotere afstand van de zon een snellere helderheidstoename te vertonen dan naderhand wanneer ze dichter bij de zon gekomen zijn. Voorspellingen die gebaseerd zijn op deze initiële evolutie kunnen daarom té optimistisch zijn, en op moment van dit schrijven ziet het er jammer genoeg naar uit dat dit ook met deze komeet het geval is. In januari van dit jaar bleef de helderheidstoename onder de verwachtingen, zodat volgens de meest recente voorspellingen de piekmagnitude slechts 2 à 3 zou bedragen. Nog steeds een zeer interessant vooruitzicht natuurlijk, maar verre van de 'Grote komeet' waar iedereen een beetje naar uitkeek. Op basis van bovenstaande, blijkt nog maar eens hoe wispelturig kometen kunnen zijn en hoe voorzichtig men moet omspringen met voorspellingen van komeetgedrag!

Het blijft dus voorlopig een beetje koffiedik kijken wat er zal overblijven van de initieel fraaie verwachtingen maar de enige manier om dit te weten te komen is dus vanaf 10 maart na zonsondergang de blik (binoculair, telescoop) pal op de westelijke horizon te richten. De figuur hieronder toont de baan van de komeet vanaf 10 maart tot begin april, doorheen de sterrenbeelden Vissen en Andromeda. De schijnbare beweging is aanvankelijk behoorlijk snel, meer dan 2 graden per dag. Op 12 maart scheert de komeet op minder dan een halve graad langs Uranus, die magnitude 6 heeft op dat moment. Deze ontmoeting gebeurt echter zeer laag aan de westelijke horizon. Een kleine maand later, op 4 april, zal de komeet M31 in Andromeda naderen tot op circa 2°, een samenstand die herinneringen oproept aan de fraaie ontmoeting van komeet Ikeya-Zhang met M31, exact 11 jaar geleden, in april 2002. Tijdens de maanden april en mei zal de komeet zich verder verwijderen van de zon en de aarde, daarbij een baan volgend door Cassiopeia (waar ze de Melkweg kruist), Cepheus en de Kleine Beer - en wordt ze bijgevolg ook circumpolair. De magnitude zal in die periode echter snel afnemen zodat, op het moment dat ze de Poolster nadert tot op 5° op 26 mei, de komeet nog slechts rond m9 zal liggen. Daarna zal de komeet verder koers zetten terug naar de eindeloze diepten van het zonnestelsel. Nu nog hopen op een aantal wolkenloze en heldere avonden in maart en april...

 

Reageer