De Werkgroep Astrogeschiedenis wil de geschiedenis van de sterrenkunde in België en van de eigen vereniging beter in kaart brengen en ontsluiten.

U bent hier

125 jaar Edwin Hubble


De Amerikaanse astronoom Edwin Powell Hubble in 1953. (Foto: Carnegie Institute Washington)

Op 20 november 1889 werd Edwin Powell Hubble geboren in Marshfield, Missouri. Als kind las hij voornamelijk science-fiction verhalen, zoals "Twintigduizend mijlen onder zee" en "De reis naar de Maan" van Jules Verne. In 1898 verhuist het grote gezin (Edwin had drie broers en drie zussen) naar Chicago, Illinois waar Edwin Hubble middelbare school liep en uitblonk in basketbal en atletiek.
In 1906 verkreeg het gezin een studiebeurs voor Edwin aan de Universiteit van Chicago, waarbij de jonge Hubble assistent was in het laboratorium van Robert Millikan (Nobel prijs 1923 Fysica). In 1910 behaalt Edwin zijn Bachelor diploma en reist naar Groot-Brittannië om er rechten te studeren aan het prestigieuze  Queen's College van de Universiteit van Oxford.
Medio 1913 behaalde hij zijn Master diploma en keerde terug naar de Verenigde Staten, waar zijn vader inmiddels was overleden en het gezin naar Louisville, Kentucky was verhuisd.

In 1914 begon Edwin Hubble aan zijn doctoraat in de sterrenkunde, dat hij in 1917 behaalde met zijn proefschrift over "Fotografisch onderzoek van zwakke nevels".

Na zijn kortstondige deelname aan WO I, waar hij de graad van Majoor behaalde, verbleef Edwin Hubble in maart 1919 aan de Universiteit van Cambridge waar hij werd voorgesteld als Fellow of the Royal Astronomical Society (FRAS).
In september 1919 werd Hubble een actief waarnemer op de Mount Wilson sterrenwacht in Californië, waar de 2,54 m Hooker reflector, toen werelds grootste telescoop, in dienst was gekomen. In april 1920 vond het grote debat plaats tussen astronomen Harlow Shapley (1885-1972) en Heber Curtis (1872-1942) over de omvang van het heelal en de aard van spiraalnevels zoals M31. Curtis was ervan overtuigd dat deze nevels andere sterrenstelsels waren. Datzelfde jaar had John Charles Duncan (1882-1967) de eerste variabele ster waargenomen in M33 maar gaf geen opvolging van deze belangrijke vondst.
Tijdens zijn waarnemingen in 1922-1924 ontdekte Edwin Hubble Cepheïden (pulserende veranderlijke sterren) in de Andromedanevel M31. Dankzij deze ontdekking zette hij, met zijn assistent Milton Humason (1891-1972),  het werk van Vesto Slipher (1875-1969) verder en vond hij in 1929 een rechtlijnig verband tussen de roodverschuiving en de afstand van verre sterrenstelsels. Hiermee werd bewezen dat spiraalnevels geen deel uitmaken van onze Melkweg en hun roodverschuiving toenam met hun afstand. Deze belangrijke extra-galactische waarnemingen gaven praktische ondersteuning aan de oerknal theorie van het uitdijende heelal, geopperd door de Belgische kosmoloog/priester George Lemaître (1894-1966) en Alexander Friedmann (1888-1925).

In 1936 publiceerde Hubble "The realm of the Nebulae"waarin hij zijn waarnemingswerk beschreef maar de interpretaties overliet aan kosmologen zoals Albert Einstein (1879-1955) en Willem de Sitter (1872-1934). In 1939 kreeg Hubble de Bruce en Franklin medailles, en in 1940 de gouden medaille van de Royal Astronomical Society.

De 63-jarige Edwin Hubble overleed op 28 september 1953 aan de gevolgen van een trombose in de hersenen. Na de crematie liet zijn vrouw Grace Leib geen enkele indicatie achter waar de as werd begraven of verstrooid.
In 1979 begonnen ESA en NASA aan de bouw van de Hubble ruimtetelescoop (HST), die in april 1990 door het ruimteveer Discovery in een baan om de Aarde werd gebracht. Tijdens een kwart eeuw in de ruimte zorgde de HST voor revolutionaire wetenschappelijke resultaten!


 

 

Reageer