Vendelinus is officieel van start gegaan in januari 2000. Het hoofddoel van Vendelinus is om een verenigingsleven aan te bieden aan de volwassen leden van de Cosmodrome.

U bent hier

Verslag vergadering Vendelinus 8 febr 2014

Martin was jarig en trakteerde. Proficiat en bedankt! We verwelkomden ook Ludo Vanhaeren en waren bijzonder blij om Marcelline terug te zien. Ze was er van bij de oprichting van de volkssterrenwacht bij.

Enkele wetenswaardigheden betreffende Einstein
(Theo)

Theo opende de vergadering met enkele wetenswaardigheden betreffende Einstein. Alom gekend is de invoering door Einstein van zijn kosmologische constante en de latere verwerping ervan. Minder bekend zijn volgende twee feiten.

In 1918 publiceerde Einstein een artikel waarin, voor de eerste maal, het effect van gravitatiegolven werd berekend: “Über Gravitationswellen”. In 1936 kwam hij, samen met Nathan Rosen, zelfs tot de conclusie dat gravitatiegolven niet bestonden.

In een artikel uit 1925 suggereerde Einstein het idee van antimaterie: “als je het teken van een elektron omkeert, bekomt men identieke vergelijkingen indien men tevens de ruimte-oriëntatie omkeert”. Einstein sprak later in dit verband nooit over prioriteit toen in 1928 Dirac een vergelijking afleidde die de kwantumtheorie en de speciale relativiteitstheorie combineerde, wat resulteerde in de voorspelling van het bestaan van antimaterie (de ontdekking van positronen gebeurde door Anderson in 1932).

 

Een trip naar Mars: hoe zit het met het stralingsgevaar?
(Tony)

Straling is er overal en dan denken we bijvoorbeeld aan kosmische straling, elektromagnetische straling (van gammastralen tot radiogolven), radioactieve straling. De aarde heeft een globaal magnetisch veld en een substantiële atmosfeer, zodat een belangrijke hoeveelheid straling wordt tegengehouden.

Kosmische straling bestaat uit deeltjes vooral protonen (voor ca. 90%), heliumkernen, elektronen en zeldzaam zwaardere ionen. De maximale gemeten energie ligt in de buurt van 5•107 TeV (vergelijk met de LHC ―> 7 TeV). Deze straling is afkomstig van supernovae, neutronensterren, gammabronnen, intergalactische schokgolven, radiojets van actieve kernen van sterrenstelsels. Minder energierijk is de zonnewind, uitgezonderd bij een coronale massa-ejectie (CME).

Radiojets, afkomstig uit de kern van Centaurus A (NASA)

Nu moeten we de stralingsdosis in een eenheid uitdrukken. We gebruiken de millisievert (mSv). Eén Sv is een maat voor het biologisch effect van straling = 1 J/kg.

Gemiddeld ontvangt iedereen per jaar 3,60 mSv straling, waarvan 80% komt van natuurlijke bronnen. Wel is het zo dat boven een zanderige ondergrond de straling kleiner is dan boven graniet. Ten onrechte breekt steeds lichte paniek uit bij het horen van het woord straling. Een voorbeeld: woon je een 80 km van een grote kerncentrale, dan ontvang je hiervan een 9•10-5 mSv straling. Het eten van een banaan levert 10-4 mSv straling op, dus 1,11 maal meer.

Ga je een CT-scan nemen dan krijg je natuurlijk meer straling te verwerken. Zo een scan van het hele lichaam zorgt voor meer straling dan een overlevende kreeg op een afstand van 2,5 km van de Hiroshima explosie (de meest moderne CT-scanners bezorgen je wel minder straling). Maar wat nu te denken van een trip naar Mars?

In 2011 begon het Mars Science Laboratory aan een 253 dagen durende reis naar Mars om aldaar de Curiosity af te leveren. Aan boord van het tuig bevond zich een stralingsmeter. Bedenk ook dat gedurende die reis niet één CME op de zon heeft plaatsgevonden. De meetresultaten gaven aan dat voor dit tuig de reis naar Mars vergelijkbaar was met om de 5 of 6 dagen een volledige CT-scan te ondergaan. Het ging in het totaal om 662,40 mSv, wat een gemiddeld mens oploopt na ca. 184 jaar. Bedenk ook dat deze metingen niet werden beïnvloed door een CME en natuurlijk ook niet door rond te lopen op het Marsoppervlak. Mars bezit geen globaal magnetisch veld en een, t.o.v. de aarde, verwaarloosbare atmosfeer.

Besluit: zulk een trip is zorgwekkend, niet noodzakelijk dodelijk. En eet verder gerust je banaan op!

Een nieuw “venster” op het heelal: neutrino-astronomie
(Tony)

Onze dampkring is doorlaatbaar voor zichtbare – en voor radiostraling, afgezien van wat infrarood en ultraviolet. Voor waarnemingen in bijvoorbeeld röntgen- of gammastralen hebben we satellieten nodig. Nu is er een nieuw venster dat ons een andere kijk op het heelal gaat opleveren.

Neutrino’s zijn neutrale deeltjes met zéér kleine massa. Er bestaan drie soorten waarvan de elektronneutrino’s de belangrijkste zijn. Ze worden niet beïnvloed door de elektromagnetische kracht, noch door de sterke kernkracht of de gravitatiekracht. Enkel de zwakke kernkracht (die werkt op zéér kleine afstand) heeft invloed.

Hierdoor vliegen neutrino’s haast ongehinderd door tientallen lichtjaren lood. Elke seconde vliegen door elke cm2 miljarden neutrino’s door de aarde. Men moet detectoren dan ook zeer goed afschermen om andere straling, die een “spookwaarneming” zou veroorzaken, uit te sluiten. En zo belanden we bij IceCube, een neutrinotelescoop op de zuidpool.

Tussen 1,5 en 2,5 km diep onder het ijs liggen 5160 digitale lichtsensoren, verpakt in één km3 ijs. Als een neutrino een interactie aangaat met een watermolecule, ontstaan lichtflitsen die dan geregistreerd worden.

De meeste neutrino’s zijn afkomstig van de zon en van interacties van kosmische straling met onze dampkring. Deze neutrino’s bezitten een relatief lage energie.

Hier zie je de registratie van een neutrinodetectie door IceCube. Het neutrino kwam links binnen en de grootte van de cirkels is een indicatie voor het aantal geregistreerde fotonen.

Tot heden werden naast neutrino’s met een relatief lage energie 28 recordbrekende neutrino’s gevonden. Onder hen “Bert en Ernie”met een energie van ca. één peta-elektronvolt (PeV = 1015 eV). De LHC zal op maximale capaciteit protonen een energie van 14 TeV = 14•1012 eV kunnen geven. 26 waarnemingen hadden een energie groter dan 30 TeV.

Waar komen deze hoogenergetische neutrino’s vandaan?

Uitgesloten zijn zonneneutrino’s alsook deze opgewekt door binnendringende kosmische straling in onze damkring. Zij bezitten té weinig energie. Van binnenkomende kosmische straling kan men niet rechtstreeks de plaats van oorsprong bepalen. Zij zijn immers geladen en ionen worden in intergalactische en interstellaire magneetvelden afgebogen. Neutrino’s worden hierdoor niet afgebogen en komen bijgevolg rechtstreeks van hun plaats van oorsprong.

Zij zijn afkomstig van supernovae, neutronensterren, zwarte gaten, gamma-uitbarstingen en sterrenstelsels met een actieve kern.

Edy geeft op maandag 17 maart om 14 uur een lezing over het Grote Debat van 26 april 1920 tussen de astronomen Curtis en Shapley over onze Melkweg en de aard van die zogenaamde “neveltjes”.

Adres: Pesthuyspodium, Vijfkoppen 1, 6211 JS Maastricht.

Ga ook eens kijken op: http://www.pesthuyspodium.nl/site/Pesthuyspodium/index.php
en klik in de agenda op 17 maart.

Tot slot werd een video van het Irfu (Institut de recherche sur les lois fondamentales de l’ univers) getoond, gepresenteerd door Joseph, over de 3D-opbouw van het universum.

Volgende vergadering van Vendelinus: uitzonderlijk op de eerste zaterdag, 1 maart, om 14u.

Reageer