U bent hier

Wolken en waarnemen

Net zoals zo vele JVS-kernen, ging Sirius deze zomer op kamp. Het was inmiddels al twee jaartjes geleden sinds zo’n gebeurtenis had plaatsgevonden, en onder ons dozijn kampgangers konden we ook enkele sirius-debutanten rekenen. Ons vakantiehuisje nabij Grand-Pré was perfect gelegen voor een geslaagde week: bosspelbossen in overvloed, nauwelijks omliggende bewoning, de indrukwekkende Noordfranse hemel,… Dachten we.

 

Het begin verliep vlotjes, waarnemingsmateriaal werd opgeborgen in de geleende aanhangwagen, zodat er in de andere auto’s plaats was voor deelnemers. Dankzij enkele taxiënde ouders kon iedereen de kampplaats bereiken. ‘s Avonds, toen alles al was uitgeladen en van een plaats voorzien, konden we meteen onze waarneemapparatuur buitenzetten, en genieten het eerste waarneemnachtje. Het kampritme begon er al goed in te komen.

 

De volgende ochtend/middag hadden de weergoden een onaangename verrassing voor ons in petto: ze hadden lucht gekregen van een astronomiekamp, en beschouwden het als hun plicht om dat danig in de war te sturen. Wolken alom. Ondanks deze meteorologische tegenslag lieten we ons niet afschrikken: we haalden moedig de spelletjes weerwolven/Catan/Carcasonne boven, afgewisseld met spreekbeurten en een quiz.

Terwijl de Franse hemel nog geen tekenen van opklaringen vertoonde, vermaakten we ons de verdere week met nog meer spelletjes, wandelingen en bosspelen. Vlaggen werden veroverd, en gebouwen gebouwd met wc-papiertjes, niet noodzakelijk op legale wijze.

Ook een bezoek aan het plaatselijke ‘Nocturnia’, een museum over het nachtleven, kon niet ontbreken. Met de grootste moeite slaagden we erin geen van de kampgangers te verliezen aan het wolvenpark,  om ze meteen kwijt te spelen aan de nabijgelegen trampolines. Het grootste deel werd echter wel teruggevonden.

 

En dan het meest gevreesde kamponderdeel van allemaal, dat ons al meerdere maanden uit onze slaap hield: koken. Al bij al viel het toch nog wel mee, vooral met enkele hitte- en stressbestendige kotstudenten in de buurt om het nog een beetje eetbaar te houden. Sterker nog, het was zelfs lekker! Recyclage was zo’n beetje het sleutelwoord, wat inhield dat een overdosis aardappelen van dag 2 in gebakken variant terugkwamen op dag 3, en als puree enkele dagen later. Maar de door Leander gemaakte koekjescake en de instantpudding overleefden het niet al te lang.

 

De laatste avond, toen alle hoop op toegepaste astronomie was opgegeven, klaarde de hemel toch op. Een laatste ironische speling van het lot, maar we kloegen niet toen we al ons opgeruimde waarnemingsmateriaal opnieuw mochten ineensteken (hoewel dit, bij een Dobson spiegelkijker, niet al te veel werk is, bij een stokoude lenzenkijker met myriaden schroefjes daarentegen…). Zo, onder een schitterende hemel, en een kille zomernacht, sloten we het kamp af. We hadden niet zo veel M’s gezien als we hadden gewild, maar de ambiance was er wel. De laatste ochtend bestond voornamelijk uit opkuisen, of uit niet in de weg lopen van diegenen die dat deden, en daarna de tweeënhalfuur lange terugrit. Die was heel wat stiller dan de heenrit, en ik vermoed dat ondergetekende niet de enige was die die avond een week slaap in te halen had.

Reacties

afbeelding van wouter
Fijn dat jullie de laatste nacht toch nog wat hebben kunnen waarnemen... Leuk artikel, trouwens!

Reageer