U bent hier

De zonnekijkdag 6 juli 2014

*/

De zonnekijkdag 6 juli 2016

 

AW Mercator was 's namiddags getuige van de invasie van een koufront.

Bij het inrichten van de workshop op de Roomkouter (Steendorp) om 14h was het nog zwoel met laag overtrekkende bewolking. Zon was er niet te bespeuren en telescopen opstellen had niet veel zin. Ook werd er getwijfeld of het knippen en plakken van de zon in de vorm van een icosaëder wel zou kunnen doorgaan want de strakke wind had reeds meermaals allerlei spullen de lucht ingeblazen. Maar toen we bezoek kregen van een familie met drie kinderen konden we niet anders dan dadelijk van start gaan en afwachten.

Maar de warme wind bleef ons parten spelen, alles moest worden vastgelegd en regelmatig gingen er losliggende spullen aan de haal. Toch geraakten de basisicosaëders aan elkaar geplakt. Want het systeem bestaat erin om twee isocaëders te maken, één die iets kleiner is en een tweede, de definitieve die iets groter is en rond de kleine kan geplooid worden. Deze manier van werken biedt verschillende voordelen:

  • de basisicosaëder kan dienen als een soort klad, een oefenmodel;

  • het uiteindelijk resultaat moet nog geen afgewerkt product zijn;

  • boven- en onderaan wordt een gaatje voorzien waarin een haarspeld kan gestoken worden om de aan elkaar te lijmen delen tegen elkaar aan te drukken, dit is vooral van belang voor het laatste driehoekje;

  • hij dient als steun voor de definieve icosaëder, met de afbeelding van de zon, waarvan nu de aan elkaar te lijmen delen tegen elkaar kunnen gedrukt worden, ook het laatste driehoekje levert geen probleem meer op;

  • het uiteindelijk afgewerkt product is steeds quasi perfect, geeft de kinderen voldoening en is veel steviger. de meesten staan te kijken van hun prestatie.

Enerzijds om tijd te winnen, anderzijds om de deelnemer inzicht te doen krijgen in de ontwikkeling van de icosaëder werden er op voorhand reeds voldoende basisvormen uitgeknipt. De kinderen konden dus onmiddellijk beginnen met biegen of rillen. "Biegen" is een vakterm uit de drukkerijwereld en staat niet in het woordenboek, daar vindt men het woord "rillen". Met deze termen duidt men aan dat het papier langs een lijn wordt ingedrukt om het gemakkelijk te vouwen.

Voor het uitknippen van de definitieve vorm werd wel afgezien van het “snel” leren werken door per richting te knippen (de lijnen in de ontwikkeling van een icosaëder liggen in drie richtingen, 0°, 60° en 120°) maar dat levert een massa papiersnippers op en om confetti-toestanden te vermijden werd aangeraden om de vorm volledig langsheen de buitenlijn uit te knippen. Voor het biegen of rillen kon het systematisch werken wel aangeleerd worden.

Toen de eerste groep bijna klaar was verschenen in het westen enkele strepen blauwe lucht, de zon kwam er even gesluierd door en de wind was wat afgezwakt. Het weer leek zich wat te stabiliseren.

De eerste groep was nog niet goed vertrokken of er kwam nog een familie met twee kinderen langs die gezwind aan de icosaëders begonnen te werken. Maar de kleine opklaringen waren al een tijdje afgedreven zonder voor zon te zorgen en toen de twee kinderen de laatste driehoekjes aan elkaar aan het puzzelen waren werd het gitzwart aan de horizon. Het was een stilte voor de storm geweest want de wind kwam terug op maar hij was plots koud en onaangenaam geworden en het is met kippenvel dat de laatste twintigvlakken werden afgemaakt. De familie had nog juist de tijd om in allerijl huiswaarts te keren: het koufront was in aantocht.

Maar of ze droog thuis geraakt zijn blijft een open vraag, want even na hun vertrek barstte de bui open, de regen bleef maar dreunen en door de wind begon ondanks het afdak toch alles nat te worden. Het water kwam dan ook nog over de grond binnengelopen en er werd besloten om zo vlug mogelijk alles naar de wagens te brengen. Lekkende nat waren we.

Dit jaar geen zonnekijkdag dus maar een regenkijkdag met de observatie van en aanvallend koufront, de workshop daarentegen had ondanks de klimatologische omstandigheden toch wel wat bijval gekregen.

J. Pauwels

Reageer