Maan en Planeten blijven fascinerende en spectaculaire objecten. De werkgroep verstrekt informatie over deze objecten en verzamelt en verwerkt waarnemingen.

U bent hier

Werkgroep Maan en Planeten

Onder vele amateur astronomen leeft een fascinatie voor de objecten in het zonnestelsel. Dit is niet vreemd daar sommigen helder genoeg zijn om vanuit een sterk licht vervuilde omgeving te observeren en daar met minder gesofisticeerde middelen een rijkdom aan detail te zien is. In tegenstelling tot de meeste andere astronomische objecten die men kan waarnemen, zijn Maan en planeten bewegende objecten aan de sterrenhemel en verandert het uitzicht continu. Iedere waarneming die men doet is uniek en dit is juist het boeiende aan het observeren van Maan en planeten.

De Werkgroep Maan en Planeten wil op een aantal vlakken actief zijn en verschillende mensen binnen de VVS bereiken:
Hoofdbedoeling van de Werkgroep is uiteraard om in de mate van het mogelijke informatie te verstrekken in verband met het observeren van Maan en Planeten. Dit betreft zowel informatie wat waar wanneer te zien is als informatie in verband met specifieke waarnemingstechnieken.

Daarnaast worden ook waarnemingen, zijnde tekeningen, foto's, CCD-beelden, van Maan en planeten van waarnemers binnen de VVS verzameld en verwerkt. Resultaten daarvan verschijnen regelmatig in Heelal en op deze pagina's.

Zowel waarnemers als iedereen die geïnteresseerd is in Maan en planeten, heeft nood aan accurate informatie aangaande de processen die het uitzicht van Maan en planeten bepalen en de structuren die men kan waarnemen. Ook hiervoor kunt u in de mate van het mogelijke terecht bij de Werkgroep.

Het waarnemen van de Maan

De Maan toont een ongelofelijke rijkdom aan details die men kan observeren en vastleggen. De verschillende structuren die men kan zien op de Maan vertonen daarbij nog eens een verschillend uitzicht dag na dag, lunatie na lunatie. Uitgezonderd de enkele dagen voor en na nieuwe maan is er voor de maanwaarnemer altijd iets te observeren. Daarbij komt verder dat de Maan reeds met eenvoudige middelen kan geobserveerd worden.
Nuttige waarnemingen kunnen al met verrekijkers gedaan worden. Deze instrumenten tonen u de schijngestalten van de Maan, maria, terrae en grote kraters. Verder zijn alle types van telescopen geschikt om de Maan te observeren en om een bepaald waarnemingsprogramma uit te werken.

Het tekenen van de structuren op de Maan is en blijft nog altijd dé aangewezen manier om een waarneming te registreren. Eerst en vooral is het de uitgelezen methode om u waarnemingsvaardigheid te ontwikkelen. Om een bepaald gebied te teken, moet men aandachtig waarnemen en wordt men tevens vertrouwd met de details van het maanoppervlak. Door visueel waar te nemen tenslotte, kunt u als waarnemer beter dan met welke methode ook periodes van goede seeing inschatten. Dit zijn dan de momenten om details in te tekenen. Daardoor zullen foto's zelden die detailrijkdom weergeven als werkelijk kan gezien worden. Het tekenen van de Maan heeft echter ook z'n beperkingen: grote gebieden kunnen niet getekend worden. Hier komt fotografie wel ter hulp. Daarbij kunnen grotere delen van de Maan vastgelegd worden. Tekeningen en foto's vullen elkaar dus perfect aan. Recente technieken als CCD's, webcam's en digitale camera's leveren tevens mooie resultaten.

Met deze observatietechnieken zijn een onuitputtelijk aantal projecten te verwezenlijken. De basis en de grote lijnen van de maangeologie, of beter de selonologie, zijn eind de jaren vijftig en in de jaren zestig uitgewerkt door middel van telescopische waarnemingen. Het boeiende aan het maanwaarnemen is dat het zeer dicht bij de maanwetenschap staat. De structuren die aan de wetenschappers de evolutie van de Maan hebben getoond en nu nog dagelijks tot nieuwe inzichten leiden, kunnen door amateurs in al hun glorie geobserveerd worden. ALPO/BAA (Association of Lunar and Planetary Observers/British Astronomical Association) hebben daarnaast een aantal waarnemingsprogramma's lopen waarbij er een directe samenwerking is tussen amateurs en wetenschappers. Dit zijn het Selected Areas Program waarbij een aantal kraters op lange termijn waargenomen worden met de bedoeling om subtiele veranderingen te noteren en verbanden te leggen met relatieve posities van de Aarde, Maan en Zon; het Bright Lunar Rays Project waarbij het de bedoeling is om straalsystemen van kraters gedetailleerd in kaart te brengen en het Lunar Transient Phenomena (LTPs) Project. LTPs zijn locale veranderingen in helderheid van het maanoppervlak.

Het waarnemen van Planeten

Wat het waarnemen van planeten betreft, kunnen dezelfde algemene opmerkingen gemaakt worden als voor het observeren van de Maan. Alle telescooptypes zijn geschikt om waardevolle waarnemingen te doen. Hier is de diameter van de lens of spiegel wel meer limiterend. Nuttige waarnemingen kunnen reeds gedaan worden met telescopen vanaf 11 cm diameter, het klassieke 'elfje'. Meer nog dan bij de Maan is het tekenen van planeten dé methode om een waarnemingen vast te leggen. Fotografische opnamen vereisen veel geduld en vakmanschap.

Een waarnemingsprogramma voor planeten concentreert zich hoofdzakelijk rond Venus, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Mercurius vraagt iets meer techniek, omdat de planeet steevast in de buurt van de zon zit, en vooral dagwaarnemingen nodig zijn.

Bij Venus zijn vooral het optekenen van de schijngestalten en het registreren van heldere en donkere gebieden in het wolkendek van belang. Deze nuances in helderheid zijn echter zeer subtiel.

Mars toont een ganse reeks aan verschijnselen die kunnen waargenomen worden. Eerst en vooral zijn er de poolkappen. Doorheen het martiaans jaar verandert de afmeting er immers van. Het oppervlak van Mars toont zich door gebieden met een verschillende helderheid. Het optekenen van deze albedostructuren is het volgende punt in een waarnemingsprogramma voor Mars. Tenslotte kunnen een aantal atmosferische verschijnselen waargenomen worden zoals stofstormen en een aantal soorten wolken. Het gebruik van meerdere kleurfilters is hierbij sterk aan te raden.

Jupiter toont verschillende structuren in de buitenste gaslagen. Een waarnemingsprogramma voor Jupiter bestaat uit het nauwkeurig optekenen van deze structuren. Bijkomende waarnemingen bestaan eruit om op te meten wanneer een bepaald detail de centrale meridiaan van Jupiter (een schijnbare N-Z verbindingslijn) snijdt. Hiermee kan dan nauwkeurig de plaats van dit detail berekend worden. Door het dynamische karakter van de Jupiter atmosfeer verandert deze positie in de tijd. Daarnaast zorgen de vier maantjes van Jupiter tevens voor een zeer boeiende vertoning. Overgangen van de maantjes al dan niet met hun schaduw op de planeet, eclipsen en occultaties zijn duidelijk te zien, zelfs al in kleinere telescopen.

Saturnus onderscheidt zich van alle andere planeten door z'n prachtig observeerbare ring. Deze ring neemt dan ook een belangrijke plaats in bij een waarnemingsprogramma voor Saturnus. Verschillende ringen kunnen onderscheiden worden (A-, B- en C-ring) en scheidingen tussen de ringen (Scheiding van Cassini en eventueel de scheiding van Encke). Noteer de relatieve helderheid van deze verschillende componenten. De planeet zelf vertoont veel minder structuur dan dit het geval is voor Jupiter. Veelal zullen enkel een aantal grote wolkenbanden kunnen onderscheiden worden. Grotere instrumenten laten misschien meer detail zien.

Uw waarnemingen

Het waarnemen van Maan en planeten biedt voor iedereen wat wils. De Werkgroep Maan en Planeten wil dan ook voor iedereen, van beginnend waarnemer tot 'oude rot in het vak' een forum vormen om zijn of haar waarnemingen te presenteren. Aarzel niet om uw waarnemingen op te sturen naar de werkgroep.

Contactgegevens

Dominique Dierick, Ledebeekweg 170, 9080 Lochristi ddierick@hotmail.com