Deze werkgroep groepeert de VVS-leden die geïnteresseerd zijn in het waarnemen en in de studie van objecten die veranderen in helderheid.

U bent hier

Over FUORs, EXORs en UXORs

Onze zon is niet meer van de jongste. Al zo'n 4,5 miljard jaar is het een hoofdreeksster, en tenzij ook de zon 22 december niet zou halen zal ze dat nog wel enkele miljarden jaren blijven. Voordat een ster in de hoofdreeks terecht komt, kunnen we ze jong noemen, en die jonge sterren zijn vaak interessante veranderlijke objecten of “YSOs” (Young Stellar Objects).

Neem nu de FUORs. Deze groep stellaire peuters kunnen 4 tot 6 magnitudes in helderheid stijgen en dan helder blijven of terug langzaam verzwakken. Het prototype FU Ori moet ik dringend eens opzoeken en schijnt momenteel helderder dan magnitude 10.

EXORs zijn T Tauri sterren met (meerdere) periodes van verheldering over enkele maanden tijd. De EXOR fase volgt waarschijnlijk op de FUOR fase. Een EXOR die in een waarneemcampagne van de Universiteit van Exeter zit is DR Tau. Wil je je steentje bijdragen, dan vind je hier de nodige info: http://www.aavso.org/aavso-alert-notice-473

Een UXOR ster is ook een jonge “pre-main sequence star” en een subgroep van de Herbig Ae/Be sterren. De lichtcurve van een UXOR vertoont vele onregelmatige variaties over periodes van dagen of langer, met soms diepe minima. Wat de variaties net veroorzaakt is niet helemaal duidelijk. Mogelijk wordt de ster af en toe verduisterd door stof in de omgeving.

Mijn favoriete UXOR is het prototype UX Ori. Deze varieert tussen magnitude 9 en 12,5 en is dus goed te volgen met een kleine kijker. De helderheidsveranderingen gaan soms snel, dus je kan hem elke (heldere) nacht opzoeken. Een andere interessante UXOR is RR Tau. Die heeft het bij de Britten tot “Variable Star of the Year for 2013” geschopt en verdient dus wel een plaatsje op je waarneemprogramma. Vaak is RR Tau helderder dan magnitude 12, maar enkele dagen geleden schatte ik hem op mag. 13,8! Heel wat informatie over RR Tau vind je in deze PDF: http://www.britastro.org/vss/VSOTY%202013_withLC.pdf. Hieronder de lichtcurve van de laatste 2 maanden.

lichtcurve RR Tau

Nog enkele andere jonge sterren die momenteel goed zichtbaar zijn:
CQ Tau, heeft een “INSA” classificatie en dat staan voor snel en onregelmatig variërende veranderlijke van vroeg spectraal type, mét nevel (de N in de afkorting),
DN Tau, een “INST” ster en dat staat voor Orion variabele van het T Tauri type in diffuse nevel, mét snelle lichtvariaties,
RY Tau, een “INT” ster en dat staat gewoon voor Orion variabele van het T Tauri type in diffuse nevel. Deze laatste twee sterren zitten ook in het eerder vermelde waarneemprogramma van de Universiteit van Exeter.

Daarnaast zijn de T Tauri sterren ook nog eens in te delen in twee hoofdgroepen, de klassieke en die zonder sterke emissielijnen in het spectrum.

Dat zijn heel wat classificaties en naamgevingen, en ik denk dat er over de plaats van al die klassen in de sterevolutie nog vaak onduidelijkheid bestaat. We onthouden enkel dat Orion en de Stier vol zitten met deze objecten, dat er vele al met een kleine kijker te vinden zijn, en dat dat mooie en verrassende lichtcurves oplevert.

Wil je zelf eens naast een M en NGC ook een EXOR of UXOR op je afstreeplijstje zetten? Maak dan eerst zoekkaartjes met www.aavso.org/vsp en probeer ook een schatting te maken. Je waarnemingen kan je nadien doorsturen via www.aavso.org/webobs.

Heb je vragen, stuur me dan een berichtje, en laat het hier ook weten als je er eentje vindt!

Reacties

afbeelding van on7ami
Is er iemand die bvb. RR Tau eens enkele uren op magnitude én op spectrum bekeken heeft? Als de variaties veroorzaakt worden door absorptie door wat dan ook, dan moet dit in het spectrum terug te vinden zijn, of zie ik het te eenvoudig. Jean Paul
Zie bijvoorbeeld: <http://cdsads.u-strasbg.fr/abs/2011AJ....142..164B>.

Reageer