De Werkgroep Astrogeschiedenis wil de geschiedenis van de sterrenkunde in België en van de eigen vereniging beter in kaart brengen en ontsluiten.

U bent hier

25 jaar Hubble Space Telescope


Tijdens de laatste onderhoudsmissie in mei 2009 werd de HST voorzien van een ringvormig koppelingsmechanisme om de 11 ton zware ruimtetelescoop gecontroleerd te laten neerkomen door de Aardse atmosfeer. (Foto: NASA/ESA)

In 1923 opperde de Duitse natuurkundige Hermann Oberth (1894-1889) het idee om een telescoop in een lage baan om de Aarde te brengen teneinde waarnemingen te verrichten zonder de hinderlijke Aardse atmosfeer.
Na de Tweede wereldoorlog werkte de Amerikaanse natuurkundige Lyman Spitzer (1914-1997) het idee verder uit en in 1966 realiseerde NASA het idee met de lancering van 4 ruimtetelescopen in de OAO-reeks (Orbiting Astronomical Observatory).
Terwijl het idee voor de HST - Hubble Space Telescope uit de jaren 1960 stamt, werden de spiegels pas in 1979 geproduceerd door de Corning Glass Works in New York. De 1,83 m en 2,40 m testspiegels werden geschonken aan sterrenwachten en zijn tot vandaag in gebruik (o.a. op de Magdalena Ridge sterrenwacht nabij Socorro in New Mexico - VSA). De mock-up van de ruimtetelescoop (die werd gebruikt bij het trainen van astronauten in het waterbassin te Houston) en één 2,4 m testspiegel bevindt zich in het National Air & Space Museum in Washington D.C.
Voor de uiteindelijke optiek verkoos men een Ritchey-Chrétien reflector met een 2,4 m hoofdspiegel (800 Kg) en een 0,3 m secundaire spiegel (12 Kg). Beide spiegels kregen een Aluminium coating met Magnesium-fluoride beschermingslaagje. De gehele ruimtetelescoop woog 11110 kilogram.
In 1983 werd de naam voor de ruimtetelescoop gekozen:  "Hubble Space Telescope" , naar de Amerikaanse astronoom Edwin Powell Hubble (1889-1953) (deze naamgeving werd beter geacht dan "GOT- Great Orbiting Telescope" of zelfs "GOD - Great Orbiting Device" of gesuggereerd "LST - Large Space Telescope - Lyman Spitzer Telescope")
De Hubble ruimtetelescoop werd gelanceerd in 1990 (missie STS-31 met het ruimteveer Discovery), maar was pas 100% bruikbaar na de STS-61 herstelmissie in december 1993. Sindsdien zorgde de HST voor revolutionaire wetenschappelijke resultaten! Tijdens de vijfde en laatste herstelmissie (STS-125 met het ruimteveer Atlantis in mei 2009) bevestigden de astronauten een koppelingsmechanisme achterin de ruimtetelescoop zodat men deze met een onbemande motorprobe gecontroleerd kan laten terug keren in de atmosfeer. Door de aantrekkingskracht van de Aarde zakt de baan van de HST maandelijks gemiddeld met één kilometer. De wetenschappelijke gemeenschap hoopt de HST te kunnen gebruiken tot het jaar 2020...
In april 2015 vieren het Space Telescope Science Institute (STScI), de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA, de Europese ruimtevaartorganisatie ESA en de Europese Zuidelijke sterrenwacht ESO een kwart eeuw HST - Hubble Space Telescope;

http://www.spacetelescope.org/Hubble25/

Reageer