De Werkgroep Astrogeschiedenis wil de geschiedenis van de sterrenkunde in België en van de eigen vereniging beter in kaart brengen en ontsluiten.

U bent hier

Drie decennia INT op La Palma.

Tijdens het internationale jaar van de sterrenkunde (IYA2009) herdacht men het feit dat Galileo Galilei (1564-1642) als eerste een telescoop, met name een refractor (lenzenkijker), gebruikte voor astronomische waarnemingen in 1609. Het was echter een tijdsgenoot van Galileo, Sir Isaac Newton (1624-1727) die het concept van de telescoop als reflector (spiegelkijker) in de praktijk perfectioneerde.
Wanneer de Britten in 1946, de 300ste verjaardag van hun grootste wetenschapper ooit wilden vieren, kwamen de Fellows van de Royal Society (RS) en de Royal Astronomical Society (RAS) overeen om een telescoop in zijn naam te bouwen. Mede dankzij de blackout (het doven van alle lichten) periodes tijdens de Tweede Wereldoorlog, was er een heropleving van de interesse in sterrenkunde bij het grote publiek en Britse astronomen stonden te popelen voor een beter observatorium op eigen grondgebied. Destijds was de grootste telescoop in Groot-Brittannië de 36 inch (0,90 m) Yapp reflector in Herstmonceux, East Sussex, vlakbij de zuidoostelijke kustlijn van Engeland. De 1,0 m refractor uit 1897 van het Yerkes observatory nabij Lake Geneva in Wisconsin – VSA bleef de grootste lenzenkijker ooit gebouwd. In de praktijk konden grotere refractors niet worden gebouwd aangezien de lens enkel aan de randen kon worden ondersteund en grote diameter lenzen te zwaar werden om in te bouwen. Bovendien legde de RAS de diameter vereiste voor de Isaac Newton Telescope (INT) op 100 inch (2,54 m) waardoor een reflector de enige optie was.


De 2,54m Isaac Newton Telescoop op ORM - La Palma in 1985. First Light gebeurde op 13 februari 1984 waarbij M51 werd waargenomen. (Foto: Javier Mendez ING)

In 1946 keurde het Britse parlement de fondsen goed voor het bouwen van de INT en een wetenschappelijke raad begon met het vastleggen van de technische details en het bepalen van de wetenschappelijke doelstellingen. Medio 1949 besliste de INT board dat de telescoop een dubbel gebruik zou dienen: detail studie van individuele sterren en surveys voor kosmologie. Deze beslissing om de INT als beide groothoek instrument voor astrofotografie en voor detail studie te gaan gebruiken, alsook het gekibbel om de telescoop al dan niet op Brits grondgebied te houden, dreigde de realisatie op de lange baan te schuiven. Echter, in juli 1949 kregen de Britse astronomen een 98 inch (2,45 m) spiegel aangeboden via Dr Albert Uttley, een elektronica expert die zich had toegelegd op het automatiseren van telescoop monteringen. Deze 2,45 m spiegel bestond uit Pyrex, een boro-silicaat glassoort met lage uitzettingscoefficiënt en dus ideaal voor telescoop toepassingen waar het glas onderhevig is aan temperatuurschommelingen. Bovendien was deze hoofdspiegel (M1) geproduceerd door de toonaangevende Corning Glass Works in New York en werd deze spiegel geleverd met een 0,67 m secundaire spiegel (M2). Op deze manier verworven de Britten in 1950 de grootste monoliet spiegel beschikbaar buiten de Verenigde Staten en kon het INT avontuur beginnen.
In 1955 was de afwerking van de spiegel, bestaande uit slijpen, polijsten, foucault testen en het leggen van een Aluminium coating, door de Grubb Parsons Works in Newcastle beëindigd. In 1959 werd de firma Grubb Parsons opnieuw aangesproken om met de bouw van de INT op de site van Herstmonceux castle te beginnen. Uiteindelijk werd de INT, na first light in 1965, pas in 1967 officieel in gebruik genomen als een Ritchey-Chrétien reflector in een paralactische vorkmontering. Echter, door het slechte weer aan de mistige kust en de oprukkende lichtvervuiling van nabijgelegen steden, kreeg het project veel kritiek te slikken en werd in 1979 beslist om de INT naar het Canarische eiland La Palma te verhuizen.
Nadat gastland Spanje had toegezegd om de nodige infrastructuur voor de Northern Hemisphere Observatory (NHO) op La Palma te verwezenlijken, werd in 1981 met de bouw van een nieuw INT-gebouw begonnen nabij de 2366 m hoge Pico Fuente Nueva. De montering werd vanuit Herstmonceux per cargo schip naar La Palma overgebracht maar de nieuwe INT zou moderne spiegels krijgen ten einde optimaal gebruik te maken van nieuwe technieken op een uitstekende locatie. De Duitse firma Schott Glaswerke AG creëerde een volwaardige 100 inch (2,54 m) primaire spiegel uit ZeroDur, een glas keramiek met nul percent uitzettingscoefficiënt. Tesamen met een 0,50 m secundaire spiegel (M2) werd het geheel door Grubb Parsons tot een prachtige Cassegrain reflector op paralactische vorkmontering geïntegreerd. De hoofdspiegel weegt 4360 kg en de gehele telescoop heeft een gewicht van 90 ton!

Het nieuwe INT-gebouw op de 2366 m hoge Pico Fuente Nueva van de ORM-sterrenwacht op het Canarische eiland La Palma. Bemerk rechts naast het gebouw de dummy spiegel die bij testen wordt gebruikt. (Foto: Philip Corneille)

 

De INT maakt geen gebruik van actieve optiek (behouden juiste vorm van de hoofdspiegel), noch van adaptieve optiek (aanpassing van de secundaire spiegel om atmosferische storingen te compenseren). De allereerste observatie (First light) met de vernieuwde INT gebeurde op 13 februari 1984 waarbij de sterrenstelsels M51 en NGC 4151 werden waargenomen. Wijlen Sir Patrick Moore (1923-2012) bezocht de INT in april 1984 voor zijn bekende Sky-At-Night televisie programma. In 1992 observeerde de INT de eerste supernova in het Supernova Cosmology Project van de Amerikaanse astronoom en Nobelprijs winnaar Saul Perlmutter. Sinds 1993 is de INT betrokken bij de speurtocht naar Kuiper Belt Objecten (KBO) in de diep bevroren ruimte voorbij de baan van de planeet Neptunus.
Aanvankelijk gebruikte de INT zowel de f/3 primaire focus voor astrofotografie, als de f/15 Cassegrain focus voor spectroscopie, maar tegenwoordig wordt vooral de primaire focus met de nieuwe Wide Field Camera (WFC) gebruikt. Deze WFC is een optische mosaic camera met vier 2048 X 4096 CCDs (33 megapixels) en een autoguider van 4,2 megapixels. Het geheel wordt gekoeld door een cryostaat (genaamd Big Bertha) met een reservoir voor zes liter vloeibare stikstof om het instrument gedurende 24 uren te koelen. Sinds 2003 wordt de INT gebruikt voor de opleding van astronomen en deden vele doctoraatsstudenten hun eerste praktijk ervaring op inzake het waarnemen met professionele telescopen. Wetenschappelijke data bekomen met de INT wordt in databanken geplaatst van het Centro de Astrofisica La Palma (CALP) en het Astronomical Data Center in Groot-Brittannië.
De INT maakt samen met de 1,0 m Jacobus Kapteyn telescoop en de 4,2 m William Herschel telescoop deel uit van de Isaac Newton Group (ING) op het Observatorio del Roque de los Muchachos (ORM), de op één na beste locatie voor sterrenkunde in het Noordelijk halfrond. Bovendien is sinds 1988 op het Canarische eiland La Palma de “Sky Law” van kracht waardoor de bewoners werden gesensibiliseerd om lichtvervuiling te voorkomen en waardoor alle luchtverkeer boven het ORM observatorium werd verboden. De Europese sterrenwachten streven naar een betere samenwerking tussen de aanwezige leden ten einde de internationale wetenschappelijke gemeenschap een betere service te geven aan een lagere kost.
Indien Sir Isaac Newton zou kunnen terug keren, zou hij versteld staan van de hedendaagse vooruitgang in de sterrenkunde, maar hij zou ongetwijfeld zeer goed begrijpen waarvoor de instrumenten worden gebruikt.

De auteur aan de primaire focus van de INT met op de voorgrond het “Big Bertha” reservoir voor de cryogene koeling van de Wide Field Camera. (Foto: Philip Corneille)



 

Reacties

Heb hem kunnen bezoeken in 1985 ter gelegenheid van de VVS reis naar Tenerife/La Palma voor de komeet Halley. Dank, Chris

Reageer